In de moskee op de thee: wat doe jij na de dood? - Reisverslag uit Eşfahān, Iran van Twan Velzen - WaarBenJij.nu In de moskee op de thee: wat doe jij na de dood? - Reisverslag uit Eşfahān, Iran van Twan Velzen - WaarBenJij.nu

In de moskee op de thee: wat doe jij na de dood?

Door: Twan

Blijf op de hoogte en volg Twan

08 November 2014 | Iran, Eşfahān

In de moskee op de thee: wat doe jij na de dood?

Eindelijk echt op weg! Iets na 1 uur 's middags vertrekken we met de bus vanaf Terminal-e-Jonub in het zuiden van Teheran. En niet zo maar een bus, een VIP bus. Een beetje zoals ik ze ken uit Zuid-Amerika, met in plaats van vier stoelen in de breedte van de bus slechts drie bredere stoelen. Ze kunnen goed naar achteren en aan beenruimte geen gebrek. Comfortabel en wel draaien we de snelweg op en al snel laten we de buitenwijken van Teheran achter ons. Is het dan echt nodig zo veel luxe? Nee, natuurlijk niet is het antwoord, maar voor maar 30.000 rial (€ 0,75) extra kan je het niet laten. Naast de VIP-bussen hebben ze ook de mahmooly, de gewone bussen zoals de touringcars bij ons. De totale busrit kost ons nog geen drie euro. Dus aan vervoer zal ik hier zo snel niet m'n geld verliezen. Onderweg stoppen we kort in Qom om mensen uit en in te laten stappen, maar wij kunnen de bus niet uit. Niet om eten te halen, niet om te plassen, stoppen en benen strekken kennen zie hier niet voor een busrit van 4 uur.

Hongerig en m'n blaas in bedwang houdend komen we aan in Kashan. Het is moeilijk een eerste indruk te krijgen van de stad want de zon is al onder. Om 5 uur is het toch wel gedaan met het licht. We hebben geen hotel geboekt, maar omdat het laagseizoen is moet dat geen probleem zijn. Voor 10 euro per persoon vinden we een mooi traditioneel hotel in het centrum van Kashan. Door een kleine houten deur komen we binnen en zigzaggend door een aantal gangetjes bereiken van de binnenplaats van het hotel. De binnenplaats ligt enkele meters onder straatniveau met daaraan de kamers. Kashan ligt op de overgang van de bergen naar de woestijn dus een van de redenen om de binnenplaats en de kamers als het ware onder de grond te maken is zodat het in de winter warm en in de zomer koel blijft. Het hotel oogt verlaten en her en der zijn ze bezig met herstelwerkzaamheden, maar het grote aantal krukjes dat in stapels langs de muren staat laat zien dat het hier in het hoogseizoen erg druk kan zijn.

Veel winkels en restaurants zijn gesloten omdat het vrijdag is, maar bij een simpel tentje weten we nog eten te scoren. Het is eenvoudig ingericht met 5 tafels met elk 4 stoelen. Buiten draait een dozijn kippen aan het spit. Het restaurant is misschien 10 bij 4 meter met rechts achterin een balie om te bestellen en te betalen, maar behalve de kippen geen keuken of eten te zien. We pakken alvast twee alcoholvrije citroen biertjes uit de koelkast (alcohol is verboden in Iran) en gaan aan een tafel zitten. De eigenaar komt met een uitgebreid menu en Linus en ik kijken elkaar vragend aan: waar komt dat eten in godsnaam vandaan? Ik bestel een broodje falafel en de eigenaar loopt terug naar zijn balie. Hij geeft een klap op een rode knop en hij verdwijnt langzaam achter de balie. Ongeveer als zo'n truc waarbij je doet alsof er een trap of lift is. Maar de lift blijkt in dit geval geen truc te zijn, maar de gebruikelijke weg naar de keuken, beneden.

Na het eten schuift er een jongen van mijn leeftijd aan, Ibrahim. Hij wil graag weten waar we vandaan komen. Polen en Frankrijk gokt ie, helaas. Hij zat er niet ver naast, maar het door ons beloofde biertje als hij het in een keer goed zou gokken houdt ie nog tegoed. Ibrahim spreekt goed Engels en al snel is het duidelijk dat hij werkt als gids, met zijn vader als chauffeur en dat hij ons graag een tour naar de woestijn voor morgen wil verkopen. We bedanken vriendelijk, maar ook dan blijft hij graag zitten om gewoon een praatje te maken en zijn Engels te oefenen. Dat is wel eens anders met mensen die alle interesse verliezen als ze weten dat je niks van ze gaat kopen. Hij vertelt ons dat er hoge werkloosheid is in Iran en dat het heel erg moeilijk is om een baan te vinden, zelfs voor hogeropgeleiden. Dat wordt nog eens onderstreept als de zoon van de eigenaar uit de keuken komt, net klaar met een technische master en nu werkzaam als afwasser.

Kashan is een kleine stad halverwege tussen Teheran en Esfahan, een van de vele oude hoofdsteden van Perzië. Vaak kiezen mensen er voor om Kashan over te slaan en direct door te reizen maar Esfahan, maar ik kan niet anders zeggen dan dat Kashan zeer de moeite waard is. 's Morgens gaan we door de nauwe straten naar de mooiste moskee van de stad, masjed-e-Jameh. Zodra je de poort binnenstapt zie je een uitgegraven binnenplaats onder straatniveau, net als bij het hotel. Middenin is er een kleine vijver met de weerspiegeling van de grote iets ei-vormige koepel, aan beide kanten twee smalle minaretten die fier de lucht in steken. Onder een aantal bogen door loop ik langs de binnenplaats naar de koepel. Van binnen is de koepel betegeld met prachtig mozaïek met veel geglazuurd blauw tegen een zandkleurige achtergrond. Naar mate ik dichterbij de koepel kom hoor ik steeds meer geschreeuw en geluid dat op het stuiteren van een voetbal lijkt.

Het idee dat het om sport ging was goed, de lichaamsdelen die gebruikt worden om de bal mee te bewegen niet. In wederom een kleine binnenplaats wordt namelijk niet gevoetbald, maar speelt een groep mannen volleybal. De binnenplaats is klein, maar net groot genoeg voor een volleybalveld, want het net hangt van muur tot muur gespannen. We nemen plaats naast drie oudere mannen die in de ochtendzon genieten van de bal die over en weer over het net gaat, afgewisseld met een harde smash gevolgd door hard gejuich en geklap. Na de moskee gaan we naar de bazaar van Kashan. Tijd voor een welverdiende kop thee.

Midden in de bazaar van Kashan gaan we een kleine poort binnen. Ik moet bukken om er doorheen te gaan, maar daarna kijk ik vol verwondering naar boven. Een prachtige overkoepelde binnenplaats! Een centrale koepel, van ongeveer 20 meter hoog die aan twee kanten overgaat in iets lagere en kleinere koepels, en ook die koepels gaan weer over in kleinere. Prachtig symmetrisch en ook hier fantastisch tegelwerk! Het zijn geen gladde koepels, maar ze bestaan uit allemaal facetten. Wat een details, wat een vakwerk! In de kraampjes aan de binnenplaats verkopen ze koperwerk, tapijten (natuurlijk), allerhande souvenirs en kleding. In de rest van de bazaar zie je verder eigenlijk alles wat je ook bij ons in de winkelcentra kan kopen, alleen dan gesorteerd op soort en het geheel natuurlijk in een leuk jasje. Ook op de binnenplaats een man met een grote samowaar waar hij het water in heeft voor de thee.

Iran is een echt thee-land, heerlijk voor een theeliefhebber zoals ik. We hebben het over wat voor een super plek dit is voor zo'n theetentje en dat je er verschrikkelijk veel geld mee kan verdienen in het hoogseizoen en als het toerisme in Iran weer zal toenemen. Als we afrekenen blijkt dat deze meneer dat al goed heeft begrepen! We betalen 50.000 rial per kopje (€1,25, na deze mail zal ik stoppen met de prijzen in euro's weergeven)! Geen gekke prijs voor een goede kop thee op een mooie locatie, maar als je bedenkt dat we elders 5.000 rial betaalden voor eenzelfde kop thee voelt het een beetje alsof je wordt afgezet. Tussen de karrevrachten tapijten verkennen we de bazaar verder. Net buiten de bazaar klimmen we op een verhoging en dan zie je goed hoe er een slinger van koepels door de stad gaat, de bazaar. De huizen en gebouwen eromheen lijken er tegenaan gebouwd en het laat zien hoe oud en belangrijk de bazaar was en nog altijd is.

Aangezien er geen uitgaansleven is zoals wij dat kennen zijn de avonden hier rustig. Wat schrijven, wat lezen (Haruki Murakami, De Opwindvogelkronieken, voor wie wil weten wat ik lees) en verder natuurlijk bedenken hoe de reis verder gaat en wat ik nog meer wil zien. De volgende morgen gaan we vroeg weer op pad, richting bagh-e-Fin, de Fin tuinen. De tuinen liggen een paar kilometer ten zuidwesten van de stad, direct bij een natuurlijke water bron, wel zo makkelijk. Ommuurt door een muur van met leem bedekte bakstenen en van buiten zijn de groenen tuinen al zichtbaar. Het is een voormalig paleis van de Sjah waar hij kwam om lekker te genieten van de schaduw op een warme zomerdag. Midden binnen de muren staat een klein gebouw waar hij met uitzicht kon vertoeven. Aan alle vier de kanten langwerpige vijvers waarin je de reflecties van het paleis ziet. Na de tuinen van Fin pakken we tassen op en gaan richting de bus: op naar Esfahan!

Esfahan is weer een grote stad, met ruim twee miljoen inwoners de derde stad van Iran. In de 16e eeuw verplaatste Sjah Abbas de Grote, van de Safavid dynastie, de hoofdstad van Qazvin naar Esfahan en onder zijn heerschappij zorgde hij ervoor dat Esfahan uitgroeide tot een stad die met recht hoofdstad van het Perzische rijk genoemd kan worden. Uit die tijd stamt dan ook het rijmpje "Esfahan nesf-e-Jahan", Esfahan is de halve wereld. Ook voor de 16e eeuw was Esfahan ooit al de hoofdstad, maar door de invallen van de Mongoolse krijgers zijn er van de eerdere hoofdstad Esfahan nog maar weinig zaken overgebleven. De parel van Esfahan is het Imam Khomeini plein, of eigenlijk het Nagsh-e-Jahan plein (Het patroon van de wereld). Zoals zoveel straten en pleinen heeft ook dit plein een naamsverandering ondergaan na de revolutie. Elke stad heeft nu een Imam Khomeini plein of grote straat en ongetwijfeld nog veel meer namen die verbonden zijn aan de revolutie maar die ik hier niet kan noemen. Het doet wel denken aan Cuba, waar elk dorp en elke stad wel een Plaza de la Revolucion heeft.

Hoe je het plein dan ook wilt noemen het is in ieder geval indrukwekkend! Net groter dan een voetbalveld en langs alle kanten kleine winkeltjes onder bogen. Aan de noordzijde van het plein begint de bazaar van Esfahan en aan de overkant de ingang van de grootste moskee van Esfahan. Ook hier een overdaad aan mozaïek, fijn tegelwerk en prachtige koepels en minaretten. De moskee heeft 4 binnenplaatsen, de een meer overkoepeld dan de andere, maar allemaal in de open lucht. Het zijn er niet toevallig 4, door de bouw en de ligging heeft elke binnenplaats zo zijn voorkeur in een bepaald seizoen. De ingang van de moskee staat recht aan het plein, maar de rest van de moskee staat in een hoek van ongeveer 45 graden en wijst zo in de richting van Mekka.

Binnen raken we aan de praat met een geestelijke die onder de bomen een boek leest. Het gesprek begint zoals elk gesprek over waar we vandaan komen, daarna volgt vaak voetbal en daarna is het erop of eronder. Of het wordt een interessant gesprek of je haakt af. In dit geval het eerste. De geestelijke (over rang of titel durf ik niks te zeggen) praat veel over de economische situatie, de sancties en het nucleaire programma. Het is interessant om zijn manier van denken en praten te vergelijken met de mensen op straat. Na een staande receptie van een kwartier vraagt hij of we zin hebben in een kop thee in zijn kantoor. Daar zeg ik maar al te graag ja op! Wat een pracht kans om het over politiek, geloof en de wereld te hebben in Iran met een geestelijke.

Als we net zitten met een warme kop thee komt er een van zijn leerlingen binnen. Ook nu hebben we het eerst over voetbal (of Pep Guardiola nu wel of niet een goede coach is, of dat hij toevallig telkens een goed team onder zijn hoeden heeft was het voornaamste punt van discussie). Langzaamaan wordt het serieuzer en komen we via de politiek op de rol van het geloof in de Iraanse samenleving. De geestelijke en zijn leerling hebben en erg open houding en willen erg graag horen wat wij geloven. Als wij zeggen dat we allebei atheïst zijn raakt hun enthousiasme meer en meer aangewakkerd. Ze vertellen veel over de Islam en de verschillen tussen de soennieten en de sjiieten, maar te veel ok dat hier nu uit te leggen. De geestelijke vertelt dat er in het westen vaak gedacht wordt dat de vrouwen gedwongen worden om hoofddoeken te dragen hier, maar hij spreekt dit tegen. Als ze het willen en als de meerderheid het wil, kunnen al die regels afgeschaft worden, maar blijkbaar is dat niet zo zegt hij. "Dat noemen jullie toch democratie?" Niet dat hij Iran meteen een democratie wil noemen of dat hij ontkent dat er regels zijn, maar over de hejab is het volgens hem niet zo strikt.

De sfeer draait van interesse naar ons iets willen bijbrengen en de manier van spreken en vragen stellen van de leerling, die nu het woord voert, is bijna socratisch te noemen. "Er is nog nooit iemand geweest die niet dood is gegaan toch?" begint hij. Dan volgt een verhaal waarom het goed is om nu de regels en leefwijzen van de islam te volgen. Je weet het tenslotte nooit. Dus waarom zou je niet nu een aantal dingen laten en goed leven volgens die regels en bidden tot Allah. Zijn alle dingen die je nu doet die niet volgens de regels van de islam het wel waard, in dit tijdige leven, terwijl er straks een oneindig leven volgt vlakbij Allah. "Hoe denken jullie daar over, wat doen jullie naar de dood?"

Wat doe ik na de dood? Zware vraag zo in de morgen. Ja...ik weet het niet. Ik weet niet of er wel iets is na de dood. Al kan ik me ook moeilijk voorstellen dat er niks is, maar dat terzijde. Ik ben in ieder geval onvoldoende overtuigd om nu allerlei dingen te laten om dan een eventueel beter oneindig leven te kunnen leiden. Ik vraag of het voor hen niet teleurstellend zou zijn als ze het mis hebben en ze van alles gelaten hebben voor een oneindig leven dat er misschien niet blijkt te zijn in de vorm waarin zij dat dachten. "Maar stel dat het wel zo is? Dat risico durven we niet te nemen." Ik krijg nog een kaartje met contactinformatie en voorop de tekst "Zekere harten vinden rust in de gedachte aan Allah" Wat een ervaring! Na een half uur over het geloof en de dood zijn we geen steek dichterbij elkaar gekomen, maar als vrienden gaan we uit elkaar, elk met ons eigen 'risico'.

De volgende dag verlaten we vroeg het Amir Kabir hostel voor onze tweede dag in Esfahan. Eerst bezoeken we het Chehelsotoon paleis, het paleis van de 40 pilaren. Net als in Kashan ook hier een prachtige vijver met daarin de reflectie van het paleis. Het zal jullie niets verbazen maar het paleis is gebouwd met rondom 40 pilaren, van cederhout. De hal is versierd met honderden kleine spiegels en ik zie mezelf schitteren als ik omhoog kijk. Binnen prachtige muurschilderingen van de overwinningen van de Perzische legers. Na het paleis lopen naar het zuiden van de stad voor een wandeling langs de rivier. De gebouwen langs de kade zijn voor Iraanse begrippen netjes en aan beide kanten van de rivier loopt een park met hoge bomen. De meanderende rivier heeft wel iets Europees. In de zon zijn er veel mensen net als wij gekomen voor een wandeling langs de kade en er picknicken gezinnen in het gras. Alsof het dag in dag uit niet anders gaat.

Je voelt hem al aankomen, dat was dus niet zo. De rivier heeft namelijk jaren droog gelegen omdat de overheid het water vanuit een stuwmeer elders naartoe liet stromen. Zo stonden de bruggen er verlaten bij over de droge bedding. Na protesten van de mensen hier besloot de regering om de kraan pas enkele dagen geleden weer open te zetten. Meerdere mensen spreken ons op de bruggen dan ook aan dat we erg veel mazzel hebben dat we de bruggen en de rivier weer in volle glorie zien, en daarmee ook Esfahan weer een van zijn hoogtepunten terug heeft. Je merkt het aan de mensen, ze kijken blij en met wat verwondering naar het stromende water. Een drukte van jewelste. Lekker ontspannen in een van de parken is de tijdsbesteding van de middag en ik lees al wat in m'n Lonely Planet over de volgende stop: Yazd. Nu dan echt de woestijn in!

Esfahan is geweldig en ik kan me er nu meer bij voorstellen waarom ze het de halve wereld noemen. De Iraniër die Amerikaan werd en nu weer in Iran woont, een meisje dat in Nijmegen studeerde, kunst onder de brug, hoe ik 8 miljoen rijker werd, het interview voor radio en tv, nog zo veel te vertellen maar deze mail begint al aardig uit de kluiten gewassen te raken. Toch nog even dit. Joran wees me op het gedicht van P.N van Eyck waar Perzië en Esfahan in voorkomen, dus dat als toetje:

De tuinman en de dood

Een Perzisch Edelman:
Van morgen ijlt mijn tuinman, wit van schrik,
Mijn woning in: "Heer, Heer, één ogenblik!
Ginds, in de rooshof, snoeide ik loot na loot,
Toen keek ik achter mij. Daar stond de Dood.
Ik schrok, en haastte mij langs de andere kant,
Maar zag nog juist de dreiging van zijn hand.
Meester, uw paard, en laat mij spoorslags gaan,
Voor de avond nog bereik ik Esfahaan!" -
Van middag (lang reeds was hij heengespoed)
Heb ik in 't cederpark de Dood ontmoet.
"Waarom," zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt,
"Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd?"
Glimlachend antwoordt hij: "Geen dreiging was 't,
Waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast,
Toen 'k 's morgens hier nog stil aan 't werk zag staan,
Die 'k 's avonds halen moest in Esfahaan."
P.N. van Eyck


Volgende keer meer over Yazd en Shiraz! :)
Khodahafez!

Twan

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Twan

Actief sinds 15 Okt. 2012
Verslag gelezen: 382
Totaal aantal bezoekers 44904

Voorgaande reizen:

25 Januari 2015 - 12 Februari 2015

India

04 November 2014 - 21 November 2014

Een avontuur in Iran

17 Oktober 2012 - 20 December 2012

El diario panamericano

Landen bezocht: