Het centrum van het oude Perzië - Reisverslag uit Shīrāz, Iran van Twan Velzen - WaarBenJij.nu Het centrum van het oude Perzië - Reisverslag uit Shīrāz, Iran van Twan Velzen - WaarBenJij.nu

Het centrum van het oude Perzië

Door: Twan

Blijf op de hoogte en volg Twan

13 November 2014 | Iran, Shīrāz

Het centrum van het oude Perzië

Vanaf Esfahan op weg naar Yazd, wederom een busrit van tussen de drie en vier uur. Het landschap is niet veel veranderd sinds ik Teheran achter me heb gelaten. Bergachtige, kale omgeving, afgewisseld met uitgestrekte vlaktes. Het is rotsachtig met hooguit enkelhoogte begroeiing, kleine plukjes grijs, groen en bruin. De wegen slingeren elegant door het landschap en als ik vanuit de bus naar buiten kijk en de borden in het Perzisch zie en de oude vrachtwagen en afgetrapte oude Iraanse auto's, weet ik dat ik ver van huis ben. Rustig leun ik achterover en lees wat in m'n boek. Bij het ondergaan van de zon wordt de omgeving langzaamaan vlakker en zanderiger. Als het helemaal donker is komen we aan in Yazd. Net als altijd ligt het busstation een paar kilometer buiten de stad en moeten we dus met de taxi om bij het beoogde hostel te komen. Zodra ik mijn backpack op m'n rug heb komt de eerste taxichauffeur ons al tegemoet.

Hij steekt tien vingers in de lucht, waarmee hij probeert te zeggen dat de rit naar het centrum 100.000 rial kost. De prijs te weten komen in Iran is aan het begin erg wennen. De munteenheid is de rial, zoals jullie weten, maar in de praktijk spreekt men vaak over toman, waarbij 1 toman dan 10 rial is. Soms bedoelen ze met 1 toman ook 10.000 rial, zoals ik dit geval met de taxichauffeur. Dat maakt het geheel nogal verwarrend, maar na een week heb ik dat we wel door. Iran heeft de laatste jaren een sterke inflatie gehad, die nu op een kleine 30% per jaar ligt. Het kan dan ook niet lang meer duren voor ze een paar nullen zullen schrappen. Het briefje van 500.000 rial is daar een voorbeeld van. Aan de ene kant staat er een half miljoen, aan de andere kant staat er alleen 50. Wat volgens mij 50 toman betekent in een nieuwe munt waarbij er drie nullen geschrapt zijn. Ingewikkeld.

Voordat we ook maar op de prijs van de taxichauffeur in hebben kunnen gaan komt er een Iraanse vrouw ons tegemoet en ze begint meteen voor ons te onderhandelen. 100.000 rial is te veel zegt ze. De taxichauffeur vindt het duidelijk geen goed plan, maar voor 60.000 wil hij ons nu ook meenemen. Het is een onaardige man zegt het meisje of vrouw (ongeveer mijn leeftijd). "Ik geef jullie wel een lift, een vriend van me komt me halen met de auto" Enigszins verbaasd lopen we met haar mee. Met een afwijzend handgebaar druipt de taxichauffeur af, daar gaat zijn handel. We stappen in de oude Peugeot van Mohammed en tien minuten later staan we voor het Oriënt hotel in het centrum van Yazd. We bedanken Mohammed en Faranak voor de rit en gooien de tassen neer op de slaapzaal. Na al de hotels nu weer het echte backpacken op de slaapzaal.

De volgende ochtend bezoeken we eerste de Jameh moskee. Jameh betekent vrijdag en zoals ik eerder schreef is dat de dag van het belangrijkste gebed en vandaar dat belangrijke moskeeën vaak die naam dragen. Het is een opvallend gebouw met een smalle ingang met daarbovenop twee hoge minaretten. Ook hier weer het kenmerkende blauw dat je in alle moskeeën in Iran ziet. Het is een schitterende moskee met het fijnste tegelwerk dat ik tot nu toe heb gezien hier. Yazd is een bekende stop voor toeristen en als wij weer naar buiten gaan komt er een tourbus met Duitse toeristen aangereden. Het hostel zit ook bijna helemaal vol en alle toeristen vallen in Yazd meer op omdat het maar een kleine stad is. Men claimt hier dat het een van de oudste nog bewoonde steden ter wereld is, maar dat doen zo veel steden in het Midden-Oosten. Maar dat het oud is is wel zeker en na de moskee beginnen we aan het doolhof van de oude straten van Yazd.

Links, dan weer rechts, twee keer links, zo lopen we wat door de oude straatjes. De straten zijn zo smal dat er maar weinig verkeer mogelijk is, maar toch probeert er zo nu en dan iemand met een auto doorheen te komen. Voor de motoren en brommers moet je altijd oppassen want die hebben in Iran volgens mij dezelfde rechten als voetgangers. Alle huizen zijn hier met leem bedekt en het is goed onderhouden. Op een pleintje zien we hoe ze dat doen en het is nog echt handen en voetenwerk. Een hoop leem wordt nat gehouden met een tuinslang en daar loopt iemand met zijn broek tot boven de knieën opgestroopt doorheen om het te mengen. Iemand anders haalt het op en strijkt het met een grote spatel uit over de muren. Pff wat een werk toch. Boven de huizen steken overal de badgirs uit, windvangers. Het zijn rechthoekige bouwwerken van twee meter hoog bij 1x1 meter, maar je ziet ze ook groter. Daarin zit dan een aantal spleten waardoor de wind naar binnen en naar buiten kan. Binnen in de huizen zijn ze aangesloten op een ruimte die vaak onder de grond zit, die dan weer verbonden is met een ondergronds kanaal. Zo zuigt de toren lucht aan die over het koude ondergrondse water stroomt waardoor het in de zomer in huis koel blijft. Hoe ze dat zo lang geleden al hebben kunnen verzinnen!

Yazd is een rustige stad en een wandeling door de smalle lemen straatjes is heerlijk. We stoppen onderweg zoals altijd voor een kop thee en bezoeken de bazaar. De bazaars lijken allemaal op elkaar en de waar die ze verkopen is al niet veel anders. Toch blijft het altijd de moeite waard om even rond te kijken, al is het maar om de mensen aan je voorbij te laten gaan. 's Middags schrijf ik mijn tweede mail af en rusten we wat uit in het hostel. Het hostel heeft een grote binnenplaats met banken waar je languit op kunt liggen. Op de muur een schildering van Europa tot aan Azië met daarop de route van Marco Polo. Yazd was een van de steden op de Zijderoute en daar is men trots op. 's Avonds in de slaapzaal is het bloedheet. De kachel draait overuren en de enige stand is maximaal. Dat zie je overal in Iran trouwens. Overal staat de kachel op maximaal en vaak met de deur open. Met het milieu zijn ze hier niet bezig. Verkopen ze in de Golfstaten hun olie om er wolkenkrabbers, overdekte skibanen in de woestijn en kunstmatige eilanden van te maken, hier verstoken ze de boel gewoon. Wat moet je ook als je het moeilijk kan verkopen door de sancties?

Na een nacht bij subtropische temperaturen begint dag twee in Yazd. Vandaag niet in het teken van de Islam, maar in het teken van het Zoroastrisme, de oudste godsdienst van Iran en de godsdienst van het oude Perzische Rijk van Darius en Xerxes. Het is het geloof van de profeet Zoroaster, ook wel Zarathustra, en zijn volgelingen. Ze geloven in de god Ahura Mazda en het wordt gezegd dat het Zoroastrisme de eerste religie is met een onzichtbare niet tastbare god. De kern is het verrichten van goede daden, goede gedachten en goede woorden. De scheiding van goed en kwaad is dan ook een belangrijk begrip. Omdat de zoroastriërs hun god niet kunnen zien bouwden ze tempels waarin ze eeuwig vuur branden, omdat Zarathustra geopenbaard had gekregen dat men moest bidden in de richting van de warmte. In Yazd staat ook zo'n tempel en daar gaan we heen. Het is een mooi gebouw, met binnen een brandend vuur waar priester geregeld verschillende soorten hout bij leggen. Het vuur in deze tempel zou al branden sinds 400 na Christus!

Zoroastriërs zijn zuinig op de wereld en omdat ze dode lichamen als onrein zien was het niet toegestaan de doden te begraven of te cremeren, dat zou respectievelijk de aarde of de atmosfeer vervuilen. Tja, wat moet je dan met de doden? Ze legden ze te rusten op Torens van Stilte, vaak boven op een berg gebouwd, ver van de bewoonde wereld om ze over te laten aan de aaseters. Zo ook hier in Yazd. Net buiten de stad staan twee torens boven op de heuvels. De torens zelf zijn misschien maar tien meter hoog, maar door de heuvels komt het totaal op ongeveer 70 meter. Na een wandeling omhoog genieten we van het uitzicht over de stad en van de stilte. Bovenop is er een ommuurd plateau van ongeveer 20 meter in diameter waar de lijken lagen. Orthodoxe zoroastriërs deden dit hier nog tot halverwege de twintigste eeuw! Vandaag de dag kiezen ze toch voor begraven, maar dan in een graf van beton waardoor het lichaam niet in contact komt met de aarde en die dus mooi schoon blijft. Freddy Mercury kwam trouwens uit een familie van zoroastriërs, maar dat als klein weetje.

Rond drie uur stappen we weer op de bus, nu richting Shiraz, nog verder in het zuiden van Iran. Yazd was een mooi begin van het oude Perzië en ik vond het heel erg interessant meer te leren over het Zoroastrisme. Dichtbij Shiraz wachten de ruïnes van de oude hoofdstad van Perzië: Persepolis. Vanaf de oostkant van de bergen kruisen we nu weer naar het westen en aan m'n oren voel ik dat we stijgen. De woestijn laten we achter ons en na een zes uur durende busrit (vandaag wel met een korte stop) komen we aan in Shiraz.

Iedereen in Iran houdt van Shiraz zeggen in Shiraz. Het weer is er het hele jaar aangenaam, ze hebben veel tuinen en de mensen zijn er vrolijk. Shiraz ligt aan de voet van de bergen een kleine 200 kilometer van de Perzische golf. De temperatuur en het weer zijn inderdaad beter dan tot nu toe, 20 graden en strak blauw. Dat strak blauw lijkt in heel Iran de normaalste zaak van de wereld, sinds dag 1 heb ik geen wolkje meer gezien. In hotel Anvari waar we verblijven worden we bij aankomst meteen al gevraagd of we een taxi nodig hebben naar Persepolis voor de volgende dag. Een tientje per persoon lijkt een goede prijs en omdat we geen zin hebben om de volgende dag aan de straat te moeten onderhandelen regelen we meteen maar de taxi voor de volgende ochtend. Extra rustig naar bed na een volgende kebab.

Om 9 uur staat Mahmood met z'n taxi klaar en vertrekken we naar de hoofdstad van het oude Perzië, 2500 jaar geleden gebouwd! Mahmood zet luitmuziek op en in de ochtendzon rijden we de 60 kilometer naar Persepolis. Terwijl Mahmood een tukje doet in de taxi bezoeken wij de ruïnes, een van de hoogtepunten van Iran. En niet voor niets! Op de lange weg van de ingang naar de ruïnes zelf zie je ze al omhoog steken op het plateau waar ze op liggen. Via een lange trap komen we op het plateau. De trap was bewust niet te steil gemaakt, zodat de Perzen er makkelijk konden lopen in hun lange gewaden. We komen aan bij de poort van alle landen, de toegangspoort van Persepolis. Overal zie je de beeltenis van een samengesteld wezen met het lichaam van een stier, de vleugels van een arend en het hoofd van een oude man met baard. Noem het maar een Perzische sfinx. De toegangspoort is 10 meter hoog met de sfinxen die je strak aankijken, een imposant geheel!

Op de poort zien je veel in steen gehakte namen. Wie doet nou zoiets?! Maar als ik beter kijk zie ik dat het allemaal namen met jaartallen tussen 1820 en 1930 zijn! En ook dat moet een boel werk geweest zijn, wat het zijn de mooiste letters. Britten en Duitser met name, soldaten en ontdekkingsreizigers. Wat is het toch jammer dat we wat dat betreft niet meer in die tijd leefden, toen er nog écht iets te ontdekken was. Al voelt deze reis ook wel als een avontuur. Eenmaal onder de poort door lopen we verder over het complex. Je ziet veel opgestapelde pilaren en ik probeer me voor te stellen hoe dat er moet hebben uitgezien in die tijd. Veel van Persepolis was gemaakt van hout en vandaar dat er niet meer overgebleven is (en vandaar ook dat het zo snel weg was toen Alexander de Grote langs kwam). Langs de vele trappen en aan de basis van de paleizen vind je mooie reliëfs. Kamelen, soldaten, koningen en de tekenen van het Zoroastrisme.

In het midden staan de overblijfselen van het paleis van Darius de Grote. Op het bordje lees ik dat de stenen hier ooit zo glommen dat het ook wel de Spiegelzaal werd genoemd. Hoofdstad van een rijk van Griekenland tot India en van de Kaukasus tot Egypte. Ooit strekte Persepolis uit over een gebied van 125 vierkante kilometer, maar nu rest alleen nog dit plateau van 200 bij 300 meter. Op een heuvel net buiten de ruïnes zoeken we een hogergelegen plek op en trekken een blikje Coca Cola open. Ja, échte Coca Cola. Want ondanks de sancties en de anti-Amerika sentimenten zie je hier overal Coca Cola. Afkoelen met de cola en gelijk werken aan m'n kleur in de brandende zon. Gouden combinatie! Na twee uur rondgelopen te hebben tussen de ruïnes gaan we weer terug naar Mahmood, die ondertussen wel voldoende uitgerust zal zijn voor het volgende stuk rijden. Terwijl we terug lopen, kijk ik nog een keer achterom en probeer me voor te stellen hoe de stad er in volle glorie uit heeft gezien met de heuvels zo mooi op de achtergrond.

De volgende stop is Naqst-e-Rostam, niet ver van Persepolis. Op deze plek zijn de graven van vier koningen uitgehakt in de rotsen en wat een indrukkend gezicht is dat. Tien meter boven de grond hebben ze viermaal de ingang van een tempel uitgehakt, met telkens 30 meter tussen twee graven. Een ongelofelijk karwei, maar ik kan me goed voorstellen waarom je als koning voor zo'n graf kiest. De kleur van de stenen houdt het midden tussen zandsteen en meer oranje en er groeit weinig tot niks. Je ziet alleen een ruwe rotswand met daarin vier ingangen van de graftombes. Onder de tombes zijn afbeeldingen van slagvelden uitgehakt en een afbeelding waar de Perzische koning van god toestemming krijgt om zijn rijk te stichten. Het is een plek waar je gerust uren kan zitten zonder je te vervelen en je gedachten lekker de vrije loop kan laten gaan. Het is rustig, en blijkbaar gaan niet alle toeristen die naar Persepolis gaan ook hier langs. Als ze wisten wat ze missen!

Moe en vol indrukken komen we in de namiddag weer aan in Shiraz. Als de zon ondergaat gaan de lichten in de stad aan. Vlakbij de toegangspoort van de stad, de Koran poort, klimmen we een berg op naar het Allah-u-Akbar uitkijkpunt (Allah is groot). Shiraz is overduidelijk en grote stad, prachtig gelegen aan alle kanten omgeven door de bergen. We drinken wat (alcoholvrije) biertjes met vier Iraniërs die we daar ontmoetten en schieten een mooie foto van onze silhouetten met de lichten van Shiraz op de achtergrond. Een goede nacht slaap kan ik wel gebruiken na een dag tussen de ruïnes in de warme zon.

De wijndrinkers onder ons hebben zich misschien afgevraagd of Shiraz ook iets te maken heeft met de druiven/wijn-soort Shiraz. Het antwoord is ja. De druif Shiraz komt hier uit de streek en Shiraz is al honderden jaren bekend om zijn wijn. Vanuit Europa kwam men hierheen om wijn te kopen en later ook om de druivenstekken mee te nemen. Er groeien nu ook nog wel druiven, maar lang niet meer zo veel als vroeger en van wijnmaken is al helemaal geen sprake meer. Naast de wijn, is Shiraz vooral bekend om de graven van twee Perzische poëten die hier begraven liggen: Sa'adi en Hafez. De volgende dag bezoeken we de beide tombes en je ziet veel Iraniërs die daar rondhangen en lezen uit de respectievelijke werken. Ook de tombes zijn weer omgeven door mooie tuinen en uit de speakers klinken de gedichten. Het geeft een fijne sfeer, al begrijp ik er geen woord van. Het is wel ironisch dat deze gedichten stammen uit de tijd dat er veel wijn werd gedronken en dat Iraniërs zo van de gedichten houden en zelf niet kunnen drinken.

De laatste dag in Shiraz bezoek ik de citadel in het centrum van de stad die enkele honderden jaren geleden is gebouwd met als doel er een zelfstandige staat van te maken en tegenwicht te bieden tegen de Sjah. Zonder al te veel succes, maar de citadel met zijn muren van een meter of 10 hoog blijft een mooi bouwwerk en is gelukkig bewaard gebleven. Onderhoud is wel duidelijk noodzakelijk want een van de torens staat ondertussen net zo scheef als de toren van Pisa! Een laatste rondje nog door de bazaar, want dat mag natuurlijk niet ontbreken bij een bezoek aan een stad in het Midden-Oosten zoals jullie ondertussen wel door hebben, en dan is het tijd om afscheid te nemen van Linus. Hij reist verder naar Qesm, een eiland in de Perzische Golf, en ik stap op het vliegtuig richting Mashhad in het noordoosten van Iran. Ik heb er erg van genoten om niet al het moois hier in mijn eentje mee te maken en we wisselen mailadressen uit om elkaars foto's te kunnen sturen.

Om 17 uur stap ik op het vliegtuig van Kish Airlines, een Fokker 100, en vliegen we de ruim 1000 kilometer over de woestijn naar Mashhad. Ik ben de enige toerist, of westerling moet ik zeggen (zaten vast wel Iraanse toeristen in het vliegtuig), en nu begint het gedeelte van Iran dat minder bekend en populair is bij toeristen. Het zijn met name pelgrims die komen naar de heiligste stad van Iran!

Zo, tijd om af te ronden nu, al moet ik me inhouden niet nog meer te schrijven over Yazd en Shiraz want het was fantastisch en de hoogtepunten bewezen ook echt hoogtepunten te zijn. Snel meer vanuit het noordoosten van Iran!

Tot snel,

Twan

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Twan

Actief sinds 15 Okt. 2012
Verslag gelezen: 779
Totaal aantal bezoekers 44837

Voorgaande reizen:

25 Januari 2015 - 12 Februari 2015

India

04 November 2014 - 21 November 2014

Een avontuur in Iran

17 Oktober 2012 - 20 December 2012

El diario panamericano

Landen bezocht: